Bij de Dynamische Oliedrukcontrole wordt de oliedruk bewaakt door twee oliedrukschakelaars en een stuursysteem met ingebouwde zoemer.

Na het inschakelen van het contact knippert het oliedrukcontrolelampje. Deze dooft zogauw de oliedruk boven 0,3 bar stijgt.

In lage toerentallen (stationair bereik) knippert het oliedrukcontrolelampje ook, wanneer de oliedruk weer onder 0,3 bar daalt en de 0,3 bar oliedrukschakelaar (nr 1) weer contact maakt.

Het oliedrukcontrolelampje knippert echter ook wanneer het toerental boven ca 2000/min is, en bij een diesel de oliedruk onder +1,4 bar of bij benzine/turbodiesel onder +0,9 bar daalt, en het contact in oliedrukschakelaar 2 verbreekt.
In dit geval wordt ook de oliedrukcontrolezoemer geactiveerd.

Ter onderscheiding hebben de oliedrukschakelaars verschillende kleuren van het isolatiemateriaal:

Nr--Diesel ->7/84--Diesel 7/84->--TurboD--Benz->7/85--Benz7/85->
1 ----0,3 bruin------0,3 bruin----0,3 bruin---0,3 bruin---0,3 bruin
2 -----nvt----------1,4 zwart----0,9 grijs-----nvt-------0,9 grijs

Locatie en bedrading:
Schakelaar 1: zijkant kop (bakzijde) of op bovenop oliefiltersteun, blauw/zwart
Schakelaar 2: bovenop oliefiltersteun, geel


Deze tekst is overgeschreven uit een manual van een T3 bus, het kan dus zijn dat de jaartallen niet overal even goed kloppen, evenmin de drukwaardes of locaties van de schakelaars (vaak ook allebei gebroederlijk naast elkaar bovenop de oliefiltersteun), maar de theorie, kleuren en werking zijn ongetwijfeld gelijk met andere VAG producten.

Met deze informatie zijn ook veel fouten op te sporen en begrijpen. Er zou dus met een toerental onder de 2000/min nooit een zoemer te horen moeten kunnen zijn, indien dit wel zo is is de kans groot dat de schakelaarbedrading omgedraaid is.

__________________