View Single Post
  #16  
Old 25-11-2007, 20:25
hajee's Avatar
hajee hajee is offline
Volksforum Aandeelhouder
 
Join Date: Jul 2004
Posts: 6,884
Send a message via MSN to hajee
Default

Keuringseisen Wijze van keuren
1. Het dimlicht van personenauto's moet zodanig zijn afgesteld dat bij controle met een koplamptestapparaat dan wel een verlichtingsscherm het geprojecteerde beeld, na fixatie van het apparaat dan wel het scherm, voldoet aan de volgende eisen:

a. het lichte vlak moet zich onder het donkere vlak bevinden;
b. een duidelijke, geheel of ten dele horizontale scheidingslijn tussen licht en donker moet zichtbaar zijn;
c. het horizontale gedeelte van de scheidingslijn moet zich bevinden tussen of op de lijnen op het scherm van het koplamptestapparaat dan wel op het verlichtingsscherm, die overeenkomen met een daling van de lichtbundel ten opzichte van de horizontale middenlijn van de koplamp van 5 tot 40 mm/m;
d. indien een ten dele horizontale scheidingslijn zichtbaar is:
1° moet het horizontale gedeelte van de scheidingslijn zich grotendeels links bevinden van de verticale hartlijn op het scherm van het koplamptestapparaat dan wel op het verlichtingsscherm;
2° mag het snijpunt van het horizontale en het niet-horizontale gedeelte:
a. bij controle met een koplamptestapparaat niet links van de verticale hartlijn op het scherm van het koplamptestapparaat vallen, dan wel
b. bij controle met een verlichtingsscherm maximaal 20 mm/m links van de geprojecteerde verticale hartlijn van de koplamp op het verlichtingsscherm vallen.

1. De stand van de lichtbundel van het dimlicht wordt gecontroleerd met behulp van een koplamptestapparaat, waarbij de personenauto en het koplamptestapparaat op een vlakke en horizontale vloer zijn geplaatst.ToelichtingTijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport en bij elke keuring ten behoeve van de afgifte of teruggave van een kentekenbewijs wordt geen gebruik gemaakt van een verlichtingsscherm.

2. Bij de controle bedoeld in punt 1 moeten:
a. de voorwielen in de stand van rechtuitrijden staan,
b. de banden op de juiste spanning zijn, en moet
c. de handrem los staan.

3. Indien de personenauto is uitgerust met een inrichting waarmee de dimlichtafstelling eenvoudig aan de beladingstoestand kan worden aangepast, moet tijdens de controle deze afstelinrichting op de stand staan die overeenkomt met de beladingstoestand.

4. Indien de personenauto is uitgerust met een automatische niveauregeling, wordt de controle uitgevoerd met stationair draaiende motor. Een eventuele bedieningsmogelijkheid moet in de normale rijstand staan.
Toelichting Indien dimlichten zijn gemonteerd met een afwijkend lichtbeeld, zie voor de handelwijze de wijze van keuren bij artikel 5.2.64

2. Het voor het dimlicht bestemde deel van de reflector mag zijn oorspronkelijke reflecterende werking niet in ernstige mate hebben verloren. Visuele controle. Indien de reflector is aangetast is artikel 2.10.14
2.10.14:
1. Het voor het dimlicht bestemde deel van de koplampreflector mag:

a. geen roestvorming vertonen;
b. voor niet meer dan 25% op andere wijze zijn aangetast.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op het horizontale gedeelte van de reflector.
Reply With Quote