Het is toch zonde hè als je zo'n verhaal leest als hieronder:

'Mijn eerste auto'




Dit was de eerste auto van Joop Schreuder, een Kever van 1948 die hij kocht in 1958. "Ik had nog maar een paar maanden mijn rijbewijs. Het was een slechte auto en ik besloot hem te gaan opknappen. Dat heeft geduurd tot begin 1961 want ik moest ook nog 21 maanden in dienst."
Dat 'opknappen' duurde ook lang omdat Joop nogal eisen stelde aan zijn Kevertje. "Er zat een brilletje in maar dat vond ik stom en heb op de sloop een groot raam gekocht van eind 1957. Er zat origineel middenop het motordeksel een gecombineerde rem- en nummerplaatverlichting en op de achterspatschermen een achterlicht. Ook vervangen. De bumpers waren van zwart staal, erg smal met een soort gleuf in met midden over de gehele lengte met kleine zwarte rozetten...Vervangen."




"Hier zie je mijn vader staan kijken, hij denkt er kennelijk het zijne van", schrijft Joop bij deze foto. Technisch was het een prehistorisch geval, die oude Kever. "Remmen ging met kabels. Midden voor bij je voeten zat de benzinekraan. De benzinemeter was een houten maatlatje dat je in de tank moest steken. Schokbrekers achter waren nog armschokbrekers en toen(1958/59) bijna niet meer verkrijgbaar. Met een speciaal hulpstuk heb ik ze vervangen door rechte schokbrekers."





En dit is dan het eindresultaat. Als je hem zo ziet, zou je niet zeggen dat er zoveel aan verspijkerd is. Maar Joop heeft dan ook veel aandacht besteed aan de cosmetica. "Zie je de antenne? Ik had een autoradio met buizen.... De richtingaanwijzer in het midden was zo'n uitklapbaar apparaat. Die heb ik vervangen door een clignoteur."




Waarom van een brilkever toch een kever met grote achterruit maken?